In de zorgsector, en met name binnen de gehandicaptenzorg, zijn de regels voor woon werkverkeer vaak complexer dan ze lijken. Medewerkers reizen van en naar cliënten, locaties en soms meerdere werkplekken per dag. In veel organisaties wordt de eerste en laatste rit van de dag gezien als woon werkrit, terwijl de overige ritten binnen de dienst als dienstreizen worden aangemerkt. Dat klinkt logisch, maar zorgt in de praktijk vaak voor verwarring en veel handmatig werk.
Wat de cao hierover zegt
De cao Gehandicaptenzorg regelt de basis in artikel 9.1, Reiskosten woon werkverkeer. Werkgevers moeten een regeling vastleggen voor de vergoeding van woon werkverkeer in overleg met de OR of PVT. Als er geen specifieke regeling is, geldt een minimumvergoeding van 0,16 euro per kilometer met een maximum van 30 kilometer per enkele reis. Per 1 januari 2026 stijgt dit bedrag naar 0,20 euro per kilometer.
Daarnaast wordt in de cao onderscheid gemaakt tussen woon werkverkeer en dienstreizen. De eerste en laatste rit van een werkdag wordt in de praktijk vaak als woon werk gezien, maar dat is geen harde cao regel. Veel zorginstellingen vullen dit zelf nader in via interne afspraken of beleid. Ook bij gebroken diensten geldt dat reizen tussen de diensten voor vergoeding in aanmerking komt.
Bron: CAO Gehandicaptenzorg, artikel 9.1
De uitdaging in de praktijk
Juist doordat cao en lokale afspraken naast elkaar bestaan, is het vaak lastig om alle ritten correct te classificeren. Wanneer is iets een woon werkrit en wanneer een dienstreis? Wat doe je met medewerkers die vanuit huis direct naar een cliënt gaan of juist pas later op locatie komen? En hoe leg je dit allemaal vast op een manier die inzichtelijk en consistent blijft?
Voor veel zorgorganisaties betekent dit nog steeds handmatige controles, Excel lijsten en veel interpretatie bij de administratie. Dat kost tijd, zorgt voor fouten en maakt het lastig om medewerkers goed inzicht te geven in hun eigen declaraties.
Slimmer registreren
Door mobiliteitsregistratie te automatiseren wordt dit proces een stuk eenvoudiger. Medewerkers kunnen hun ritten direct vastleggen via een overzicht dat gekoppeld is aan AFAS InSite of mobiel. Daarin wordt automatisch onderscheid gemaakt tussen woon werk en dienstreizen, volgens de afspraken die binnen de organisatie gelden.
De voordelen:
• Minder handmatig werk in de administratie
• Eenduidige toepassing van cao en interne regels
• Direct inzicht voor medewerkers in hun eigen ritten en vergoedingen
• Volledige aansluiting op de AFAS administratie
Zo ontstaat een transparante en foutloze mobiliteitsregistratie die past binnen de cao en tegelijk eenvoudig te beheren is.
Conclusie
De cao Gehandicaptenzorg biedt duidelijke richtlijnen, maar de vertaling naar de praktijk blijft vaak een uitdaging. Door mobiliteitsregistratie slim in te richten, kunnen zorgorganisaties die complexiteit wegnemen en zorgen voor meer duidelijkheid en minder administratie.